Audiowandeling De Vier Ussen: Tekstversie van hoofdstuk 6
Zakdoekje majesteit?
En toen? Toen was het groot feest in Covidonia. De mensen genoten ervan om elkaar weer te zien en om de hals te kunnen vliegen. Er werd een nationale polonaise ingezet en iedereen vierde uitbundig mee. ’s Avonds applaudisseerde het hele land een minuut lang voor alle grote en kleine helden die hadden geholpen de monsters te verslaan. En Marie? Die werd op handen gedragen tot voor de poorten van het koninklijk paleis.
Daar begonnen de ijspegels te smelten en ook de koning ontdooide. Hij trok een dikke jas aan en beloonde Marie met een warme glimlach, een mooi gouden lintje en een levenslange voorraad frisco’s. Hij voelde zich al snel weer helemaal de oude. Nu ja… helemaal? Hij had een stevige verkoudheid en snoot de ene zakdoek na de andere vol. Waarschijnlijk had hij een virusje opgedaan tijdens zijn winterslaapje. Dus nam hij nog even afstand van zijn onderdanen en ging in quarantaine tot hij helemaal genezen was. Maar als je toevallig door het raam van zijn koninklijke suite zou gegluurd hebben, zag je hem tussen het snuiten door uitbundig op zijn hemelbed springen en in zijn eentje meevieren met alle uitgelaten landgenoten.
En na de feestelijkheden? Wel… lees zelf maar!
- Mondmaskers waren nog even in de mode, maar verdwenen al snel weer uit het straatbeeld. Tot ze vintage worden, natuurlijk.
- Witte handdoeken werden vervangen door fleurigere exemplaren.
- Nu en dan liep er weer iemand rond met vuile handen. Gelukkig maar.
- De oosterlingen kochten Marie een nieuwe brooddoos.
- Het gekibbel tussen heel wat mama’s en papa’s verdween toen ze weer konden gaan werken en niet langer op legoblokjes trapten.
- Het applaus voor de helden werd een dagelijkse gewoonte en een nationaal gebruik in Covidonia.
- Marie ging terug naar huis. Ze had nu hopen vrienden en bewonderaars, maar ze had vooral even nood aan wat rust en een goed boek.
- En de vier Ussen? Die bestaan alleen nog in boekjes en vertellingen!
De Covidonianen waren even apart, maar na het verjagen van de Ussen meer dan ooit altijd samen. Zo is dit verhaal toch nog een beetje een verhaal zoals de meeste verhalen. Want het eindigt met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Gelukkig maar.
Einde.
Heb je een vraag?
Contacteer ons, we helpen je graag verder.