Waar gaat de akte over?
Jan de Hane is 2 keer getrouwd. Met zijn eerste – intussen overleden – vrouw heeft hij 2 kinderen. Zijn tweede vrouw heeft al een onwettig kind. Ingewikkeld … zeker als Jan sterft en zijn erfenis geregeld moet worden.
Omdat Jans kinderen minderjarig zijn, krijgen ze 2 voogden: Jan Boxhoren en Henrick Vander Horst. Maar daar wil Jans weduwe – en stiefmoeder van de kinderen – niets van weten: ze wil het bewind over de kinderen én hun deel van de erfenis zelf houden. Ze probeert zelfs om het geld in haar familie te houden door een van de stiefkinderen te laten trouwen met haar eigen kind.
De schepenbank beslist dat zo’n huwelijk niet kan. De stiefzoon is tenslotte nog maar '15 jair oudt en huer bastart dochter nog gheen 10 jair oudt!' De weduwe probeert er nog met allerlei 'slincken voirnemenen' tegenin te gaan, maar het baat niet: de schepenbank beslist dat ze het beheer over de erfenis onmiddellijk moet overdragen aan de voogden. Meer nog: als ze dat nog langer uitstelt of niet goed doet, zal de stad ingrijpen 'ter exemple' van anderen.
Over nieuw samengestelde gezinnen en erfrecht
Nieuw samengestelde gezinnen vormden geen uitzondering in vroegere eeuwen. Scheidingen waren erg zeldzaam, maar de sterfte was hoger dan vandaag. En vaak hertrouwden de achtergebleven weduwes en weduwnaars.
Omdat nieuw samengestelde gezinnen een uitdaging vormden voor de verdeling van de erfenis, vind je hier heel wat sporen van terug in de schepenbankregisters. Van huwelijkscontracten die de puntjes op de i zetten, over de aanstelling van voogden die een oogje hielden op minderjarige halfwezen en hun nagelaten goederen, tot conflicten over de erfenis naderhand.
Vergelijkbaar met vandaag hadden wettige kinderen bij overlijden van (een van de) ouders recht op de nalatenschap van de overleden ouder. Die bestond uit de volle eigendom op de helft van de bezittingen die tijdens het huwelijk samen waren verworven, en de volledige eigendom die door de overleden partner voor het huwelijk werd ingebracht, leengoederen en andere onvervreemdbare familiegoederen, en erfenissen van de zijde van de overleden partner.
De gehuwde partner had recht op gebruik van de roerende goederen (have) en vruchtgebruik (tocht) op de onroerende goederen (erve) van beide partners. Het is hiernaar dat ook deze akte verwijst. Meestal werden 2 voogden aangesteld uit de familie van de overleden partner om de familiebelangen en de belangen van de kinderen te verdedigen. Dat gebeurde ook in dit geval.
Meer weten over erfrecht in 15de-eeuws Leuven?
Het boekje "De sceydinghen der stad van Lovene ende deylinge. Erven in het vijftiende-eeuwse Leuven (Claves 12)" van Marika Ceunen en Chelsea De Wever maakt je wegwijs in het middeleeuwse erfrecht.
Meer verhalen uit de schepenbankregisters
Heb je een vraag?
Contacteer ons, we helpen je graag verder.