Mozaïek - 2023 - mei

Page 1

HET STADHUIS een nieuwe toekomst

over stadsvernieuwing in Leuven | mei 2023

Een bijzondere plek voor iedereen

Het definitieve ontwerp voor de herbestemming van het stadhuis is klaar. We presenteren het met trots in deze Mozaïek en tijdens de infomarkt op 13 en 14 mei.

Het Leuvense stadhuis is ons dierbaar. Daarom herbestemmen we het tot een open huis waar Leuvenaars en bezoekers de stad met haar geschiedenis en toekomst kunnen ontdekken. De historische ruimten zijn de basis van de vele erfgoed- en toekomstverhalen die je er zal kunnen ontdekken. Tegelijkertijd wordt het een huis waar je dromen en ideeën voor de toekomst kan vormgeven.

Na het winnen van de ontwerpwedstrijd ging het ontwerpteam aNNo architecten en FELT architecture & design de uitdaging aan om het stadhuis om te vormen tot een open en toegankelijk monument. Het ontwerp is een nieuwe stap in de bouwgeschiedenis van het stadhuis en bereidt het monument voor op een nieuwe toekomst.

Na de werken ga je het stadhuis binnen via het Corps de Garde, het huidige politiekantoor. Daarboven komt een

nieuw volume. Dat zorgt voor een vlotte circulatie binnenin en een stadhuis dat voor iedereen toegankelijk is. Door de meest ingrijpende aanpassing te concentreren op een plek met de minste erfgoedwaarde, kunnen we verbouwingen in de oudste vleugels beperken.

De voorbije maanden verfijnden de architecten hun ontwerp en zorgden voor meer harmonie tussen het nieuwe volume en de bestaande omgeving.

Erfgoed ligt ons na aan het hart. Journalist Geert Sels en architectuurdocente Bie Plevoets vertellen waarom (ver-) bouwen aan erfgoed gevoelig ligt en hoe de visie daarop in de loop der jaren veranderde.

In deze Mozaïek lees je waarom we bepaalde ontwerpkeuzes maken. En hoe we ervoor kunnen zorgen dat het stadhuis de komende eeuwen een bijzondere plek kan zijn voor iedereen.

2
Het voormalige kabinet van de burgemeester.

INHOUD

DE HERBESTEMMING IN EEN NOTENDOP

04 Waarom gaan we het stadhuis herbestemmen en restaureren?

ERFGOED IS DE BASIS

08 EEN VOLLEDIG BOUWBLOK

Uit hoeveel huizen bestaat het stadhuis?

10 EEN WANDELING DOOR HET STADHUIS

Hoe gaan we de prachtige ruimtes invullen?

16 DE SALONS

Waar heeft koning Leopold I overnacht toen hij Leuven bezocht?

BOUWEN AAN ERFGOED

18 Hoe kunnen we onze monumenten teruggeven aan het publiek?

KLAAR VOOR DE TOEKOMST

24 DE ANTICHAMBRE

Waarom krijgt de uitbreiding een achthoekige vorm?

27 OPEN EN TOEGANKELIJK

Hoe werken we de niveauverschillen weg?

30 EEN DUURZAME TOEKOMST

Kan je een erfgoedpand duurzamer maken?

COLOFON Eindredactie: Heyvaert & Jansen

Fotografie: Tim Buelens, Jan Crab, David Degelin

Alle toekomstbeelden en tekeningen: aNNo architecten en FELT architecture & design | Opmaak: Karlien Claeys

Verantwoordelijke uitgever: Mohamed Ridouani, burgemeester stad Leuven Contact: stadsvernieuwing@leuven.be, tel. 016 27 22 72, www.leuven.be/stadhuis

Je kan Mozaïek digitaal lezen en beluisteren via www.leuven.be/mozaiek-magazine

Mozaïek is gedrukt met milieuvriendelijke inkt op papier uit duurzaam beheerde bossen

3
08 10 16 24

DE HERBESTEMMING IN EEN NOTENDOP

We maken van het stadhuis weer een open huis

Het Leuvense stadhuis is ons dierbaar. Het staat op een symbolische plek in het hart van onze stad. Daarom herbestemmen we het tot een open huis waar Leuvenaars en bezoekers de stad met haar geschiedenis en toekomst kunnen ontdekken.

4

De komende jaren gaan we het stadhuis restaureren: zo houden we het verleden zichtbaar en dragen we zorg voor de waardevolle elementen. We reinigen de gevel en restaureren de gevelbeelden. Binnenin is er een restauratieplan voor elke ruimte.

Je zal na de restauratiewerken de historische zalen, salons, kabinetten en zolders kunnen bezoeken. Daar vertellen we verhalen over de stad en het stadhuis, zowel over het verleden, het heden als de toekomst.

Het stadhuis blijft de plek voor ceremonies en politiek. Denk maar aan huwelijken, jubilea, vergaderingen van de gemeenteraad en officiële recepties.

Het wordt ook een plek waar inwoners en experten kunnen samenwerken, nadenken en debatteren over de maatschappelijke uitdagingen van Leuven en er hun ideeën voorstellen.

Om het stadhuis open en vlot toegankelijk te maken, doen we een zichtbare ingreep aan het Corps de Garde, het huidige politiekantoor. De trappen aan de voorzijde verdwijnen en het gebouw krijgt twee extra verdiepingen. Het wordt omgevormd tot een toegankelijke ‘antichambre’ die zichtbaar aanwezig is op de Grote Markt. Het historische gotische Voorhuis behoudt zijn indrukwekkende uitstraling.

De antichambre wordt de nieuwe toegang voor een bezoek aan het stadhuis en de stad. Je vindt er straks informatie over wat je in het stadhuis en in de rest van Leuven kan beleven. Dankzij de drempelloze toegang kan iedereen - ook mensen die moeilijk ter been zijn – vlot naar binnen.

Het Corps de Garde, het huidige politiekantoor, is de meest logische plek voor een nieuwe ingang die voor iedereen toegankelijk is. Het gebouw is in 1965 helemaal heropgebouwd en bevat weinig originele elementen. Door de grootste ingreep daar te doen, kunnen we de historisch waardevollere delen van het stadhuis vrijwaren.

In 2020 stelde stad Leuven het ontwerpteam aNNo en FELT aan. Samen met experten uit verschillende disciplines werkten zij de afgelopen jaren aan het definitieve ontwerp voor de herbestemming en restauratie van het stadhuis. Architecten Jasper Stevens (FELT architecture & design) en Stijn Cools (aNNo architecten) vertellen op verschillende plaatsen in deze Mozaïek hoe zij daarop terugkijken.

5

ERFGOED IS DE BASIS

Erfgoed is de basis van het ontwerp. Vanwege zijn grote historische, artistieke en archeologische waarde is het stadhuis sinds 1937 een beschermd monument. Elke ingreep moet dus grondig gewikt en gewogen worden. Dankzij de herbestemming en restauratie zullen we de mooie historische zalen in de toekomst weer kunnen openstellen voor Leuvenaars en bezoekers.

6
7

dakleien, isoleren de daken en plaatsen beter isolerend glas waar het kan. Op die manier maken we het stadhuis energiezuiniger. De beschadigde beelden van het Voorhuis krijgen een restauratiebeurt.

GroteMarkt

1. Voorhuis (1448-1460)

2. Corps de Garde (1821, heropgebouwd 1965)

3. D’Eycke (1452, heropgebouwd 1965)

4. Achterhuis (1439-1445)

5. Vleugel Muntstraat (1938) / VRT Radiohuis

6. Dekenij (1680)

7. Conserverije (1460-1461)

8. Vrijthof

Boekhandelplein

1 2 3 4 5 6 7 8
Naamsestraat Muntstraat

‘We

gaan

zorg dragen voor het stadhuis’

ARCHITECTEN STIJN COOLS EN JASPER STEVENS

‘Dit was een opdracht waaraan we graag meededen. De herbestemming geeft het monument straks een nog belangrijkere plek in de stad. Daardoor zal het ook de komende decennia, net als de afgelopen 575 jaar, kunnen fungeren als een echt stadsgebouw.’

‘Het stadhuis staat synoniem voor erfgoed: een snoer van aaneengeschakelde salons, oude zalen, beschermde kelders … Daarom is het essentieel om het gebouw degelijk te restaureren en er goed zorg voor te dragen. Dat gaan we heel zorgvuldig aanpakken.’

‘Gelukkig konden we ons baseren op een uitgebreide bouwhistorische studie. Daaruit blijkt dat er de voorbije eeuwen heel veel ad hoc-verbouwingen zijn gebeurd, zonder veel overleg dus. Dat is een fout die wij zeker niet willen maken.’

BOUWHISTORISCHE STUDIE

‘Een praktisch werkinstrument’

Voor de ontwerpopdracht startte, liet stad Leuven een bouwhistorische studie maken: een wetenschappelijk onderzoek over de bouwgeschiedenis van het stadhuis die alle ingrepen en afwerkingslagen plaatst in de tijd. Dat vertelt Joke Lagaert van studiebureau PRC.

‘We hebben heel veel elementen onderzocht. Daarvoor bestudeerden we niet alleen de archieven, maar ook de bouwarcheologie, de bouwsporen van verschillende eeuwen, de materialen, kleuren en afwerkingslagen ... In de traphal hebben we bijvoorbeeld kleine vensters gemaakt in de bepleistering, om te zien welke materialen en afwerkingslagen eronder verscholen zaten.’

‘Al dat onderzoek hebben we gebundeld in een rapport dat de volledige bouw- en verbouwgeschiedenis van het stadhuis beschrijft. Het is een praktisch werkinstrument waarmee de ontwerpers beter kunnen beoordelen waar ingrepen geoorloofd zijn en waar niet. Het rapport geeft ook adviezen. Zo pleiten we ervoor om de gewelven van de kelders en de houten dakspanten van het Voor- en Achterhuis te behouden. We ontdekten dat er in de 19de eeuw veel stenen herkapt zijn. Daarom adviseren we om het oppervlak van de onbewerkte steenlagen te behouden en zichtbaar te houden. Maar ook over de buitenruimtes doen we uitspraken. Het Vrijthof is altijd een binnenhof geweest die toegankelijk was voor het publiek. We adviseren om dat mee te nemen in het ontwerp en de binnenhof dus niet dicht te bouwen.’

‘We geven ook aan welke plekken minder historische waarde hebben. Zo dateren het Corps de Garde, de zolder van huis d’Eycke en de grote trap binnen uit de 20ste eeuw. Daar kan je dus zeker ingrijpen.’

‘Het is belangrijk om erfgoedgebouwen te blijven gebruiken. Wat leegstaat, verkommert. En dat willen we niet voor het stadhuis. Onze bouwhistorische studie draagt bij aan het mooie verhaal van de herbestemming.’

bouwhistorische studie: tijdelijke vereniging PCRLode De Clercq

9
© Helen Hermans

EEN WANDELING DOOR HET STADHUIS

Een restauratieplan per ruimte

Het Leuvense stadhuis is een aaneenschakeling van gebouwen: het is veel groter dan enkel het bekende Voorhuis. Voor elke ruimte is er een plan opgemaakt van wat we er willen bewaren en hoe we dat willen restaureren.

Dat doen we grondig. We herstellen onder andere vloeren, meubels, behang en schilderwerk. De wandelzaal en de raadzaal restaureren we naar hun huidige uitzicht. Andere ruimtes zijn in het verleden soms onherkenbaar verbouwd. Daar maken we de historische aankleding en functie opnieuw zichtbaar. Na de werken worden de historische ruimtes opengesteld voor bezoek en komen er toon- en werkruimtes.

VOORHUIS

Raadskelders

Het Voorhuis dateert van het midden van de 15de eeuw en is gebouwd op de kelders van enkele middeleeuwse woningen. In de raadskelders zijn nog sporen zichtbaar van die oudste bouwdelen. Die vroege geschiedenis maken we opnieuw leesbaar.

De raadskelders kan je in de toekomst met een gids bezoeken.

Wandelzaal

De wandelzaal was oorspronkelijk een ontvangsten wachtruimte. In de 19de eeuw is ze grondig aangepast. Het interieur vormt een samenhangend geheel dat willen we bewaren.

Er zullen nog altijd officiële recepties en ontvangsten plaatsvinden, maar je zal de plek ook kunnen verkennen tijdens je bezoek aan het stadhuis.

10

Pui

De statige 18de-eeuwse trappenpartij vertoont barsten en helt wat over. Daarom gaan we ze herstellen. De pui blijft dé plek waarlangs pasgetrouwde koppeltjes naar buiten stappen voor prachtige trouwfoto’s.

Register en klerkenkamers

Vroeger waren deze ruimtes erg belangrijk voor de stad: hier werden de schepenregisters geschreven en bewaard. Tegenwoordig zijn de klerkenkamers ingericht als bergruimte en herinnert niets aan hun rijke geschiedenis. We gaan de vloer- en muurafwerking aanpassen, zodat je de historische betekenis van deze plek weer kan aanvoelen. Je zal er authentieke objecten en documenten kunnen bekijken.

Torentrappen

Het Voorhuis heeft vier torens. Drie ervan zijn momenteel gesloten voor bezoekers, omdat de trappen erg smal en moeilijk begaanbaar zijn. In de toekomst zal je ze weer kunnen gebruiken, telkens in één richting: naar boven of naar beneden.

In de vierde en oudste toren is er nu een lift. Die gaat weg waardoor er ruimte komt voor een nieuwe torentrap. Via de kijkgaten zal je naar buiten kunnen kijken. Op andere plaatsen komen er nieuwe liften.

Raadzaal

De aankleding met de indrukwekkende schilderijen lijkt middeleeuws, maar is dat niet. Het interieur dateert uit de 19de eeuw en verwijst onder andere naar de geschiedenis van de stad en het ontstaan van de universiteit. Het is enorm waardevol en blijft daarom behouden. Het wordt hersteld waar nodig.

De zaal blijft de plek waar de gemeenteraad maandelijks vergadert. Ze krijgt een eigentijdse inrichting met flexibel en verplaatsbaar meubilair en nieuwe technieken in een verhoogde vloer. Zo kan de zaal straks ook dienen voor debatten en lezingen.

11

Beeldenzolder

De zolder van het Voorhuis is een prachtige ruimte met een imposant houten dakgebinte. Er worden gevelbeelden en -ornamenten van het Voorhuis bewaard – soms verweerde originelen, soms gipsen afgietsels. Momenteel is de zolder zeer moeilijk toegankelijk, maar straks zal je er makkelijk kunnen geraken met de torentrappen of met een lift.

Tweede verdieping

De tweede verdieping van het Voorhuis was tot voor kort opgedeeld in vergaderzalen. Door de tussenwanden en valse plafonds kon je niet zien hoe groot en hoog deze ruimte is. Ook de spitsbogen bovenaan de ramen werden aan het oog onttrokken. In afwachting van de definitieve werken hebben we de valse wanden en plafonds weggenomen. We gaan de ruimte nu al gebruiken voor debatten en workshops. Zo kunnen we testen hoe dat later kan werken.

Bezoek het stadhuis en ontdek de verhalen

In het gerestaureerde stadhuis valt er straks heel wat te beleven. De historische ruimtes worden opengesteld voor bezoekers. In de historische zalen, salons, kabinetten en zolders vertellen we verhalen over de stad en het stadhuis, over verleden, heden en toekomst. We doen dat aan de hand van installaties, objecten en multimedia uit diverse collecties. Ze zullen vaak hand in hand gaan met de geschiedenis van de ruimtes.

In de neogotische raadzaal kom je bijvoorbeeld te weten welke historische figuren er op de schilderijen zijn afgebeeld en wat ze betekend hebben voor Leuven. Maar ook wat bestuur en democratie

betekenen, zowel vroeger als vandaag. In de schatkamer vertellen we meer over de inkomsten van de stad in vroeger tijden, en hoe dat tegenwoordig zit. En bij een beeld van Erasmus op de beeldenzolder ontdek je hoe vernieuwend de beroemde humanist tijdens zijn verblijf in Leuven was, en hoe onze stad ook nu nog pioniert in innovatie en ontwikkeling. Bovendien zal een bezoek aan het stadhuis je inspireren om andere plekken en musea in Leuven te ontdekken.

Tegelijkertijd blijven we de mooie zalen en salons gebruiken voor de maandelijkse bijeenkomst van de gemeenteraad en voor ceremonies.

12

Het stadhuis als creatief ideeënlab

We maken van het stadhuis een werk-, toon- en denkplek in het hart van de stad, dicht bij de Leuvenaar. Dat kan bijvoorbeeld op de zolder van het Achterhuis en op de grote tweede verdieping van het Voorhuis. Daar komen ruimtes voor tentoontstellingen, presentaties en debatten.

We verzamelen maatschappelijk relevante toekomstvragen van inwoners, bedrijven en onderzoekers, met een Leuvense insteek. We experimenteren met mogelijke oplossingen en delen de resultaten met de Leuvenaars. Op die manier

wordt het stadhuis opnieuw een democratisch huis: we maken er samen stad, met inwoners en experten.

We starten nu al met een proefproject. We werken rond toekomstdromen van jongeren: hoe schrijven ze aan hun eigen toekomst in een veranderende wereld? Hoe kunnen we ze helpen om de keuzes te maken die passen bij hun talenten? Die vragen willen we stellen aan jongeren zélf. We zorgen voor interessante sprekers, debatten, workshops … Daaruit moeten ideeën en oplossingen komen waar jongeren zelf mee aan de slag kunnen.

ACHTERHUIS

Salons beneden

Het Achterhuis is het oudste gedeelte van het stadhuiscomplex en is gebouwd in de eerste helft van de 15de eeuw. Op de benedenverdieping zijn er drie prachtige salons, die onlangs gerestaureerd zijn. Er vinden huwelijken, jubilea en andere kleinschalige ontvangsten plaats. In de toekomst worden ze opengesteld voor bezoekers. Bij de toegang tot de salons komt een deur naar het Vrijthof.

Salons eerste verdieping

Eeuwenlang waren de ruimtes op de eerste verdieping op dezelfde manier ingedeeld als de salons beneden. Pas later kwam er een aparte gang, die toegang bood tot de bureaus van de schepenen. Op deze plek komen opnieuw drie salons. Je zal het historische stadhuis op de eerste verdieping binnenkomen langs een eerste, open salon. We restaureren het zoals het er in de 18de eeuw uitzag. De twee andere salons en de gang behouden hun huidige vorm. De interieurs - met onder andere de houten plafonds, het speciale behangpapier en de marmeren schouwen – worden behouden en gerestaureerd.

Zolder

De zolder van het Achterhuis heeft een 15de-eeuws dakgebinte, met een origineel hijsrad, waarmee ze vroeger spullen naar de zolder konden hijsen. De hedendaagse inkleding met panelen, vloertegels en geverfde muren verbergt dat oorspronkelijke uitzicht. We verwijderen die afwerking en restaureren het oude dakgebinte zodat het opnieuw mooi zichtbaar wordt.

13

Onherkenbare benedenverdieping

De stad kocht het huis d’Eycke in 1452. Zo ontstond er een verbinding tussen het Achterhuis en de Boekhandelstraat. In de eeuwen daarna werd het echter zo verbouwd dat de oorspronkelijke vorm en indeling op de benedenverdieping onherkenbaar zijn geworden. De ruimte tussen het huis d’Eycke en het Corps de Garde (waar nu de politie zit) werd bijvoorbeeld volledig dichtgebouwd, waardoor je de twee gebouwen niet meer van elkaar kan onderscheiden. Nu maakt deze ruimte deel uit van het politiekantoor, maar in de toekomst komt hier het onthaal van Visit Leuven.

Kabinet van de burgemeester en collegezaal

Op de eerste verdieping ligt de collegezaal, waar vroeger de wekelijkse vergaderingen van het schepencollege plaatsvonden, met aansluitend het toenmalige kabinet van de burgemeester. Allebei hebben ze een rijkelijk aangekleed interieur - maar niet alles is wat het lijkt. De buitenkant van huis d’Eycke werd samen met het Corps de Garde in 1965 herbouwd. Het interieur, dat teruggaat tot halverwege de 18de eeuw, werd toen gedemonteerd en later teruggeplaatst. Je kan dat nog zien in de bakstenen opbouw achter de portretten en op de zolder, waar het betonnen dakgebinte blootligt.

We gaan deze ruimtes restaureren en technisch beter uitrusten.

BOEKHANDELPLEIN

De drempelloze toegang langs het Boekhandelplein, die nu het meest gebruikt wordt, blijft bestaan, maar enkel voor leveringen. De hekken verdwijnen, zodat we de straat en het plein als één geheel kunnen inrichten. Het plein wordt een uitnodigende plek waar voorbijgangers even kunnen rusten op een grote zitbank onder een moeraseik.

14
HUIS D’EYCKE

VRIJTHOF

De binnentuin is nu een vrij onbekend pleintje in het hart van de stad. We willen het vlotter toegankelijk maken en inrichten als een groene ontmoetingsplek. Daarvoor moeten we de hoogteverschillen in de tuin oplossen. Dat doen we met een hellend pad, dat door de binnentuin zal kronkelen. In het midden wordt het pad breder, zodat er een pleintje ontstaat voor bijvoorbeeld kleine recepties of optredens. Langs het pad komt lage begroeiing die in elk seizoen kleurig bloeit, maar ook enkele bomen met hogere kruinen. Er komen voldoende zitbanken.

Van een van de ramen van het Achterhuis maken we een deur, zodat je vanuit het Achterhuis naar de binnentuin kan.

CONSERVERIJE

DEKENIJ

Deze vroegere conciërgewoning van het stadhuis uit de 15de eeuw behoudt een dienende rol, met een keuken, personeels- en opslagruimte.

De Dekenij is in de 17de eeuw gebouwd als gildekamer van de lakenwevers. Gaandeweg is ze geïntegreerd geraakt in het stadhuis. De poort blijft bewaard als tweede toegang tot het stadhuis. Ernaast komt een café dat doorloopt tot de hoek van de Muntstraat. Op de verdiepingen komen er kantoren voor medewerkers van het stadhuis.

VLEUGEL MUNTSTRAAT

In 1938 werd langs de Muntstraat een nieuwe administratieve vleugel gebouwd om plaats te bieden aan de groeiende stadsadministratie. Nu is er het Radiohuis van de VRT ondergebracht. Hier zijn geen grote werken gepland. Wel worden de niveauverschillen met de andere vleugels van het stadhuis opgelost.

15

DE SALONS

In hun oude glorie hersteld

De salons op de benedenverdieping van het Achterhuis zijn de voorbije jaren gerestaureerd. De werken waren in december 2022 afgerond. En het resultaat is ronduit indrukwekkend.

De salons bevinden zich in het oudste gedeelte van het stadhuis. In het begin deden ze dienst als raadkamer en ontvangstruimte. Vanaf de 19de eeuw werd er ook getrouwd. De statige inrichting dateert grotendeels van 1852, toen koning Leopold I en zijn twee zonen Leuven bezochten en in de salons overnachtten. Speciaal voor hen werden die heringericht met nieuwe lambriseringen, verguldingen, gordijnen en bijpassend meubilair. Op basis van wetenschappelijk onderzoek hebben we bij de restauratie de aankleding van toen in ere hersteld.

Trouwen

Nu de salons klaar zijn, kan je er (tijdelijk) opnieuw trouwen. Tijdens de herbestemmingswerken aan het stadhuis (vanaf najaar 2024) zal dat een paar jaar niet mogelijk zijn, maar we zoeken naar een mooie alternatieve locatie.

Bezoek de salons

Op zaterdag 13 en zondag 14 mei zetten we de deuren van het stadhuis open. Je ontdekt er meer over de toekomstplannen, en je kan de gerestaureerde salons met eigen ogen bewonderen.

De openingsuren vind je op de achterpagina van deze Mozaïek.

De werken duurden anderhalf jaar: parketten herstellen, lambriseringen en plafonds opnieuw schilderen en vergulden met bladgoud, kroonluchters restaureren, meubels opnieuw bekleden, behang vervangen, nieuwe gordijnen hangen, nieuwe verwarming en elektriciteit installeren … De schilderijen en de burgemeestersportretten in de salons werden door specialisten in een atelier gerestaureerd.

Studiebureau: ARTER

Restauratie salons:

THV Monument – Altritempi

Restauratie schilderijen: IPARC

17

BOUWEN AAN ERFGOED

BIE PLEVOETS EN GEERT SELS

Erfgoed is ons dierbaar. We willen onze erfgoedgebouwen daarom behouden, maar ze ook aanpassen zodat we ze kunnen bezoeken of er comfortabel kunnen werken. We willen ze een nieuwe toekomst geven. En dat roept zowel warme als kritische emoties op. Dat is logisch, zeggen architectuurdocente Bie Plevoets en De Standaard-journalist Geert Sels.

18
‘Succesvolle erfgoedprojecten zijn een duet tussen restaurateurs en ontwerpers’

Bie Plevoets: ‘Erfgoed heeft altijd gevoelig gelegen. Zeker in politiek onrustige tijden. In haar boek ‘The Fragile Monument’ toont professor Thordis Arrhenius aan dat we erfgoed vaak beschermen tijdens of vlak na crisissen. Erfgoed is nauw verbonden met onze identiteit, met het gevoel ergens bij te horen. Juist in periodes van grote veranderingen gaan mensen daarom heel bewust verdedigen wat er nog overblijft. Het idee om oude gebouwen te gaan beschermen werd voor het eerst geopperd na de Franse revolutie. En er is nooit zoveel beschermd als na de Tweede Wereldoorlog.’

‘Toch denk ik dat er meer meespeelt. Vroeger beperkten we ons tot beschermen en restaureren. Maar nu willen we erfgoed nieuwe functies geven, of doen we verregaande ingrepen om de bestaande functies te behouden. Zo geven we oude gebouwen terug aan het publiek – en juist daardoor ontstaan die interessante, maar vaak heftige discussies.’

Geert Sels: ‘Het heeft er ook mee te maken dat we erfgoed vaak koppelen aan toerisme en cultuur. Neem de Sint-Baafskathedraal in Gent: die is onlangs gerestaureerd en uitgebreid met een nieuw bezoekerscentrum. We hebben daar een mooi ‘nestje’ voor het Lam Gods van gemaakt, maar we willen er tegelijk ook mee kunnen uitpakken. Binnen- én buitenlandse toeristen moeten ons verhaal kunnen ontdekken. Je moet het dus comfortabel toegankelijk maken, en daarvoor zijn ingrepen nodig die niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn.’

Bie Plevoets: ‘Toch zijn ze nodig. Kijk maar naar het Leuvense stadhuis. Als je beseft hoe moeilijk het is om nu door het stadhuis te wandelen, of er zelfs maar binnen te geraken ... Dé grote uitdaging voor de

ontwerpers was om dat eeuwenoude gebouwencomplex toegankelijk te maken. Het nieuwe ontwerp zal dat oplossen.’

We geven onze historische monumenten dus terug aan het publiek, maar brengen we zo hun erfgoedwaarde niet in gevaar?

Geert Sels: ‘Als het slecht gebeurt wel. Gelukkig merk je in de praktijk dat ontwerpers de gevoeligheden dikwijls perfect inschatten. Ze onderzoeken bijvoorbeeld heel secuur waar je een plafond kan doorbreken, bijvoorbeeld om een lift te installeren voor mensen met een beperking.’

Bie Plevoets: ‘Vroeger werd er eerst gerestaureerd en pas daarna nagedacht over een nieuwe invulling.

In Frankrijk doen ze het nog steeds zo, maar in Vlaanderen heb ik dat zien veranderen – wellicht dankzij de Vlaams Bouwmeester, die onder meer daarom door de Vlaamse overheid is aangesteld. De meest succesvolle projecten zijn een duet tussen restaurateurs en ontwerpers. Als die twee los van elkaar werken, gaat dat ofwel ten koste van de erfgoedwaarde, ofwel van de praktische bruikbaarheid.’

Geert Sels: ‘Het gaat trouwens niet alleen over toegankelijkheid. Historische monumenten moeten bijvoorbeeld ook brandveilig en energiezuinig zijn. Het lukt steeds beter om die twee te verzoenen. Zo zijn sommige fabrikanten volop bezig met zonnepanelen die esthetisch

19

passen op historische gebouwen, of historisch uitziende ramen die toch isoleren. Een zeer interessante ontwikkeling.’

Het Leuvense stadhuis is door de eeuwen heen herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid – dat geldt trouwens voor veel monumenten. Hoe bepaal je welke historische fase je restaureert, en welke niet?

Bie Plevoets: ‘In theorie kijken we voor ieder gebouw naar de meest waardevolle periode - de ‘hoogdag’ noemen we dat. Daarop focussen we tijdens de restauratie. Maar dat is uiteraard subjectief. In Leuven heb je veel sporen van de neogotiek uit de 19de eeuw – denk maar aan de realisaties van architect Joris Helleputte, zoals de verbouwing van

het Arenbergkasteel of de restauratie van de Sint-Pieterskerk. Tegenwoordig waarderen we die neogotiek heel sterk, maar in de jaren zeventig lag dat helemaal anders. Toen braken we nog hele neogotische lagen van oudere gebouwen af omdat we die niet authentiek vonden. Erfgoedzorg is geen exacte wetenschap, maar een zoektocht naar hoe je de kwaliteit van historische gebouwen kan behouden en ze tegelijk toch een toekomst kan geven.’

Geert Sels: ‘Vroeger zat het agentschap Onroerend Erfgoed als een waakhond op ieder restauratieproject en zeiden ze op elke ingreep ‘nee’. Die tijd is voorbij. Tegenwoordig zoeken ze samen met de eigenaars naar mogelijkheden om een erfgoedgebouw te laten

herleven. Da’s veel slimmer, want anders zouden veel eigenaars afhaken omdat ze hun gebouw niet rendabel kregen, en zouden veel waardevolle erfgoedpanden in verval raken.’

‘De overheid kan onmogelijk alle renovaties betalen die nodig zijn om ons rijke patrimonium in stand te houden. Het is dus goed dat ze voor sommige projecten samenwerkt met projectontwikkelaars die vanuit hun standpunt het project economisch rendabel moeten maken. Een mooi voorbeeld is de indrukwekkende Handelsbeurs in Antwerpen: een bekroonde restauratie van een spectaculair neogotisch gebouw, maar mét een hotel en een restaurant.’

Bie Plevoets: ‘Dat wil niet zeggen dat alles zomaar kan. In Nederland mogen alle functies in oude gebouwen, zolang je de oorspronkelijke toestand maar kan herstellen. Een parkeergarage of een fitnesscentrum in een kerk is daar geen probleem. Bij ons ligt dat gevoeliger. Zeker wanneer de nieuwe functie niet aansluit bij de oorspronkelijke. Denk maar aan de commotie over het Gentse Vleeshuis, waar een fietsenparking in zou komen.’

Geert Sels: ‘Die weerstand zit ook op een dieper, psychologisch niveau. Mensen identificeren zich met oude gebouwen als Het Steen in Antwerpen of het Leuvense stadhuis. Ze beschouwen die gebouwen als een heel bepalend onderdeel van onze eigen geschiedenis. Vandaar ook de hevige reacties als daaraan geraakt wordt. Daarom is het zo belangrijk om open en helder te communiceren over architectuurontwerpen, ook tegenover het brede publiek.’

Bie Plevoets: ‘Voor het Leuvense stadhuis lijkt dat een haalbare opdracht. Als je het ontwerp in detail bestudeert, zie je meteen dat de historische waarde van het gebouw

20

na de verbouwingen veel beter uit de verf zal komen. En het nieuwe volume wordt elegant en subtiel op het politiekantoor uit de jaren 60 gezet. De ontwerpers hebben goed begrepen dat het historische centrum van Leuven geen nood heeft aan een opdringerig, in het oog springend gebouw.’

Slotvraag: hoe zien jullie de maatschappelijke belangstelling voor erfgoed evolueren?

Bie Plevoets: ‘Tot mijn grote vreugde ontstaan er ook bij ons stilaan communities rond erfgoedprojecten: groepen vrijwilligers die zich niet alleen vereenzelvigen met historische gebouwen of sites, maar ook meewerken aan projecten.’

Geert Sels: ‘De Vlaamse overheid kijkt met grote ogen naar The National Trust in het Verenigd Koninkrijk: die instelling werkt met tienduizenden vrijwilligers. Ze hoopt dat Herita – een organisatie die waardevolle historische plekken en monumenten in Vlaanderen beheert en restaureert - uitgroeit tot een soort Vlaamse National Trust.’

‘Een ander voorbeeld is de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie. Da’s een organisatie van vrijwilligers die zich inzetten voor industrieel erfgoed. Dat hebben we in Vlaanderen massaal.’

Bie Plevoets: ‘De kennis en ervaring die we in Vlaanderen met industrieel erfgoed hebben opgedaan, zetten we nu ook in bij andere soorten erfgoed. Denk maar aan C-mine in Genk: een oude steenkoolmijn die schitterend gerestaureerd is en waar je nu van alles kan beleven. Zo geef je erfgoed weer een plek in onze hedendaagse samenleving. En met het Leuvense stadhuis zal dat vast ook lukken.’

BIE PLEVOETS

• Docente aan de faculteit architectuur en kunst aan de UHasselt en voormalig studente aan het Raymond Lemaire International Centre for Conservation in Leuven.

• Werkt o.a. voor Trace, een onderzoeksgroep die bekijkt hoe we kunnen omgaan met historische gebouwen.

• Een van de curatoren van de tentoonstelling ‘Gevonden Architectuur’ over herbestemming van erfgoed (vanaf september 2023 in De Singel in Antwerpen).

GEERT SELS

• Journalist bij De Standaard, schrijft ruim tien jaar over erfgoed, architectuur en kunstbeleid.

• Schreef uitvoerig over de vele erfgoedprojecten in ons land en verduidelijkt in zijn artikels vooral de maatschappelijke en politieke context.

21

KLAAR VOOR DE TOEKOMST

De komende jaren gaan we het stadhuis restaureren. En om het echt toegankelijk te maken, ook voor bezoekers met een beperking, passen we het ook bouwkundig aan. Dat is niet nieuw: door de eeuwen heen is er continu gebouwd en verbouwd aan het stadhuis. Dat doen we nu opnieuw - maar alleen waar het nodig is én waar het erfgoedkundig kan. Zo maken we het historische monument klaar voor de volgende 575 jaar.

De meest opvallende ingreep is een nieuw, achthoekig volume bovenop het Corps de Garde, het huidige politiekantoor. Het wordt dé toegang en onthaalruimte van het stadhuis en van Visit Leuven.

22
Zo gaat de inkomzone op de benedenverdieping van de nieuwe onthaalruimte eruit zien.
23

DE ANTICHAMBRE

Een uitnodigende nieuwe toegang met de geschiedenis als startpunt

Op

Ontvangstplek

De architecten noemen dit deel de antichambre. In prestigieuze gebouwen zoals paleizen en grote herenhuizen is zo’n antichambre een fraai versierde ruimte waar bezoekers even kunnen wachten tot de gastheer of -vrouw hen ontvangt. In het stadhuis wordt de antichambre de ontvangstplek waar je bezoek aan de historische zalen start, waar je toeristische informatie raadpleegt of wacht op een gids.

Geschiedenis inspireert

Het studieteam heeft zich grondig verdiept in de bouwgeschiedenis van het stadhuis en zijn omgeving. Daaruit kwam het Corps de Garde naar voren als de meest geschikte locatie voor een nieuwe, drempelloze toegang.

Het Corps de Garde liep in de Tweede Wereldoorlog schade op, en werd in 1965 samen met de aanpalende woning d’Eycke herbouwd. Het heeft daardoor minder historische waarde dan de andere delen van het stadhuis. Daarom is het de logische plek om de noodzakelijke bouwkundige ingrepen te concentreren. Zo kunnen we de meer historische en waardevolle delen van het stadhuis restaureren en vrijwaren van nieuwe ingrepen. Voor de vorm en het uitzicht van die antichambre lieten de ontwerpers zich inspireren door de geschiedenis.

24
de Grote Markt wordt het
Corps de Garde, waar nu nog het politiekantoor is, omgevormd tot de hoofdtoegang die het stadhuis voor iedereen vlot toegankelijk maakt.

Op de benedenverdieping van de antichambre helpen medewerkers je verder en is er een balie van Visit Leuven.

Een comfortabele ronde trap en een lift brengen je naar de verdiepingen. Op de eerste verdieping vind je informatie over het stadhuis en de stad die je uitnodigt om op ontdekkingstocht te gaan.

Bovenop het Corps de Garde komen twee verdiepingen in de vorm van een achthoek. Die vorm is geïnspireerd op de achthoekige vormen van de torens van het Voorhuis, het Tafelrond en het koor van de kerk.

Op de tweede verdieping geniet je op het stadsbalkon van het mooie uitzicht op de Grote Markt.

Tussen het Corps de Garde en huis d’Eycke worden de bestaande gevelmuren en aanbouwen afgebroken. Zo maken we de historische vorm van beide huizen weer zichtbaar. In de plaats komt er een nieuwe verbinding met veel glas tussen de twee huizen en het Voorhuis. Die tussenruimte is een doorsteek vanuit de antichambre naar het historische gedeelte.

Het nieuwe volume zal zich subtiel inpassen in de omgeving. De ontwerpers hebben een driehoekvormige steen laten ontwikkelen waarvan de kleur aansluit bij de rest van het stadhuis en de andere historische gebouwen op de Grote Markt. De gestapelde open stenen doen denken aan een net met mazen - een knipoog naar de decoratieve mazen bovenaan de torentjes van de historische gebouwen op de Grote Markt.

25

ARCHITECTEN STIJN COOLS EN JASPER STEVENS

‘Het stadhuis is een statig en indrukwekkend gebouw, dat zeshonderd jaar geleden is ontworpen om uiting te geven aan politieke macht. Daardoor is het per definitie niet laagdrempelig. Van een gebouw met een grote trappenpartij en een imposante deur een toegankelijk huis maken: da’s bijna een contradictie.’

‘Bij de start van het project hebben we een visie op de restauratie geformuleerd. Daarbij hebben we de opvatting van de stad gevolgd om zo weinig mogelijk in te grijpen in de bestaande architectuur en om het historisch erfgoed zoveel mogelijk te ontzien. Toch moet je iets doen om van een slecht ontsloten complex naar een publiek en vlot toegankelijk gebouw te gaan. Soms is de conclusie dat je toch delen moet afbreken of bijbouwen.’

‘We zijn op zoek gegaan naar een plek om het gebouw publiek toegankelijk te maken. Die hebben we gevonden in de schaduw van het gotische Voorhuis, op de Grote Markt, aan het Corps de Garde – het huidige politiekantoor. Daar komt een nieuw volume, dat een onthaalfunctie krijgt. Het interieur van het politiekantoor heeft geen historische waarde, en een brede onthaalfunctie

vraagt om een gedurfde ingreep. Zeshonderd jaar lang zijn er dingen toegevoegd aan het stadhuis, maar al die tijd is het schitterende Voorhuis intact gebleven. Wij trekken die lijn door.’

‘Het nieuwe volume maakt het stadhuis toegankelijk, als een antichambre – een voorkamer of ontvangstruimte. Vanaf de Grote Markt is de antichambre vrij toegankelijk, en van daaruit ga je zomaar naar boven en naar de rest van het stadhuis.’

‘We hebben lang gediscussieerd over hoe ‘zichtbaar’ het nieuwe volume mag zijn. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om de gevel van het Corps de Garde te behouden. Ons ontwerp is zichtbaar genoeg, zonder dat het de omliggende gebouwen overstemt.’

26
‘Een brede onthaalfunctie vraagt om een gedurfde ingreep’

ADVIESRAAD TOEGANKELIJKHEID

‘Dé beste oplossing bestaat niet’

Hoe zorg je ervoor dat het stadhuis toegankelijk is voor iederéén, dus ook voor mensen met een beperking? Door hen van bij het begin bij het ontwerp te betrekken – logisch! Gelukkig hebben we in Leuven een adviesorgaan dat speciaal daarvoor bedoeld is.

De adviesraad toegankelijkheid bestaat uit Leuvenaars die uit ervaring weten hoe belangrijk toegankelijkheid is: mensen in een rolstoel, mensen die slecht ter been, blind of doof zijn, mensen met autisme … De raad komt maandelijks samen om advies te geven over de plannen die de stad heeft voor parken, pleinen, straten en gebouwen. Ook bij de plannen voor het stadhuis waren ze nauw betrokken. Dat vertelt Sam Michiels, de voorzitter van de adviesraad.

‘De leden van onze raad zijn stuk voor stuk ervaringsdeskundigen, maar toch zijn ze allemaal verschillend. Ik ben zelf rolstoelgebruiker, maar ik kan niet altijd inschatten hoe pakweg blinde of dove mensen een ruimte ervaren. Daarom kijken we samen naar de plannen van de stad, elk vanuit zijn of haar eigen perspectief. Daarna geven we ons advies door aan de ontwerpers en aan de stad. Voor hen gaat er dan vaak een nieuwe wereld open. Wij beschrijven hoe we het ontwerp beleven en maken duidelijk waar er mogelijke problemen zijn. Zij gebruiken hun creativiteit en expertise om daar oplossingen voor uit te werken.’

‘We werken altijd op een constructieve manier. Juist in de dialoog met de ontwerpers zit onze grootste toegevoegde waarde. Want er bestaat niet zoiets als dé beste oplossing. De beste oplossing voor een rolstoelgebruiker is niet altijd goed voor iemand die blind is, of omgekeerd. We werken dus naar een faire oplossing voor iedereen. Goed voor ons, maar ook mooi en haalbaar voor de ontwerpers. Mensen zijn vaak

bang dat toegankelijkheidsingrepen lelijk en duur zullen zijn, maar ook wij hebben liever een subtiele oplossing die mooi geïntegreerd is.’

‘De restauratie en herbestemming van het stadhuis is een complex project. Daarom zaten we al bij het uitschrijven van de opdracht mee aan tafel. Van in het begin was toegankelijkheid een belangrijk aandachtspunt – het werkt niet als je achteraf nog allerlei dingen moet aanpassen. Ook bij de selectie van de ontwerpers hebben wij meegeluisterd. En het ontwerpteam dat uiteindelijk is aangesteld, is echt aan de slag gegaan met onze inzichten om het ontwerp te verbeteren.’

‘Twee dingen waren heel moeilijk. Om te beginnen de vele niveauverschillen in het historische gedeelte. Daar is vrij snel een goede oplossing voor gevonden, met een lift met zijtrappen op de grens tussen Voorhuis en Achterhuis. Maar we hebben het meest gediscussieerd over de hal waar je binnenkomt. Die moet drempelloos toegankelijk zijn, maar blinde bezoekers moeten er zich ook vlot kunnen oriënteren. Ze moeten de balie van Visit Leuven kunnen vinden, of de doorgang naar het stadhuis. En de akoestiek moet er juist zitten, bijvoorbeeld voor mensen die slecht horen of mensen met autisme. Kan je er ergens rustig zitten terwijl er net een bus toeristen binnenkomt? Op basis van onze feedback is heel de circulatie in die hal herhaaldelijk verfijnd.’

‘Omdat de toegankelijkheid zo belangrijk is, heeft de stad niet enkel met ons samengewerkt, maar ook met een team van de KU Leuven. Hun team bestond uit onderzoekers maar ook uit ervaringsdeskundigen.’

‘Als je ziet waar we gestart zijn, dan kunnen we alleen maar tevreden zijn. Uiteraard is niet alles zoals we gehoopt hadden – dat kan ook niet in een historisch gebouw, waar je met zoveel dingen rekening moet houden. Je moet evenwichten zoeken en water in de wijn durven doen. We zijn er trouwens nog niet: de materialen en kleuren moeten nog gekozen worden, en ook daar zullen we mee naar kijken. Maar het komt goed.’

27
SAM MICHIELS

TOEGANKELIJK

Voor iedereen

Het stadhuis wordt voor iedereen toegankelijk dankzij de bouw van de antichambre. Want vandaag is de grote trap van het Voorhuis voor veel mensen een obstakel. En door de vele tussenverdiepingen kunnen mensen die moeilijker te been zijn, binnen niet alle ruimtes bezoeken.

De trappen aan de buitenkant van het Corps de Garde verdwijnen zodat bezoekers drempelloos het stadhuis kunnen binnengaan.

Slimme oplossingen

In de toekomst wordt dat anders. We maken een drempelloze toegang en binnen werken we drempels weg, verbeteren we de circulatie en zorgen we dat iedereen gemakkelijk de weg vindt.

Ook door kleine ingrepen, die niet meteen opvallen, maar die voor extra comfort zorgen: we vermijden sterke lichtinval aan de balie om gemakkelijker te kunnen liplezen, we zorgen voor verschillende rustige hoekjes om uit de drukte te ontsnappen, we laten trapleuningen voldoende doorlopen voor meer ondersteuning …

Al die grote en kleinere ingrepen maken het stadhuis klaar voor de toekomst.

De antichambre geeft het stadhuis een duidelijke en zichtbare toegang op de Grote Markt, zonder het plein en het gotische Voorhuis te overschaduwen. De trappen aan het Corps de Garde verdwijnen en het vloerniveau van de antichambre wordt gelijkgetrokken met dat van de Grote Markt. Zo kan je drempelloos naar binnen gaan.

De antichambre wordt een open ruimte, zodat je je er gemakkelijk kan oriënteren. De balie van Visit Leuven, de grote trap en de doorsteken naar het historische stadhuis zitten in één blikveld. We zorgen voor eenvoudige loop- en zichtlijnen zodat ook blinde of slechtziende bezoekers hun weg kunnen vinden.

28

Een grote trap of een lift brengt je naar de verdiepingen van de antichambre.

Het Voor- en Achterhuis hebben een verschillend vloerniveau. Om dat te overbruggen, komen er korte trappen en een lift die aan twee kanten open kan.

De bestaande trap wordt afgebroken. De natuursteen van de trap wordt hergebruikt bij de heraanleg van het Vrijthof of het Boekhandelplein.

Links op beeld ligt het Voorhuis en rechts het Achterhuis. Je kijkt naar de antichambre.

Op de beneden- en eerste verdieping ga je via een tussenruimte met een passerelle van de antichambre naar het historische gedeelte.

Op verschillende plekken in het stadhuis, op de aaneenschakeling tussen de verschillende huizen, komen er oplossingen om de niveauverschillen weg te werken. Zo kan de circulatie binnenin vlot verlopen.

Ook komt er een kleine lift naar de beeldenzolder en een naar de raadskelders, zodat die voor iedereen toegankelijk worden.

De vier historische torentrappen worden opnieuw toegankelijk. In de toren waar nu de lift is, komt een nieuwe torentrap die ook zal dienen als vluchtweg. Via de bestaande kijkgaten zal je naar buiten kunnen kijken.

Het Vrijthof leggen we opnieuw aan als een groene ontmoetingsplek in de stad. We lossen de hoogteverschillen op met een hellend pad door de binnentuin. Het Vrijthof wordt zo een doorgang tussen de antichambre en de tweede toegang in de Naamsestraat, waar een café komt.

29

ARCHITECTEN STIJN COOLS EN JASPER STEVENS

‘De herbestemming van het stadhuis is een ambitieus project. Op zich is het niet uitzonderlijk om verschillende functies samen te brengen in één gebouw, maar het is wel bijzonder om dat te doen in een gotisch monument dat dan ook nog eens midden in de stad staat.’

‘Voor ons is deze herbestemming een complexe opdracht, waarvoor we samenwerken met specialisten uit verschillende disciplines. Want het gaat niet alleen over hoe het er straks gaat uitzien. De grootste uitdagingen zijn net die dingen die je niét meteen ziet.’

‘Het gerestaureerde stadhuis zal veel bezoekers aantrekken. Een vlotte toegankelijkheid en circulatie zijn dus heel belangrijk, alleen al voor een eventuele evacuatie. Hoe ga je bijvoorbeeld brandtrappen integreren in een historisch pand? Daarover moet je intensief overleggen met mensen die verstand hebben van brandveiligheid, maar ook van erfgoed.’

‘Ook over duurzaamheid moet je goed nadenken: materialenkeuze, circulariteit, energieverbruik … Dat zijn geen dingen die je meteen ziet, maar er gaat veel tijd in zitten tijdens het ontwerpproces.’

‘Ons ontwerp maakt een open huis en een diverse werking mogelijk. En dat voor een hele lange tijd.’

EEN DUURZAME TOEKOMST

Grondig bestudeerd

We willen van het stadhuis een duurzaam gebouw maken. Maar dat is een hele uitdaging in een eeuwenoud monument. Daarom hebben experten alle keuzes zorgvuldig gewikt en gewogen.

Zuinig met energie

Met een goeie isolatie kunnen we de warmtevraag beperken. Dat is niet evident in een monument, maar we gaan minstens alle daken zoveel mogelijk isoleren.

De warmte die we toch nodig hebben, wekken we zo duurzaam mogelijk op. Onder de antichambre en het Boekhandelplein installeren we een BEO-veld. BEO staat voor boorgat-energie-opslag. Het is een techniek om via een warmtepomp warmte (in de winter) en koude (in de zomer) uit de grond te halen. Onder de dakleien van het Voorhuis plaatsen we een zonnecollector. Die vangt zonnewarmte op en stuurt die naar de ondergrond. Die warmte wordt dan in de winter opgehaald voor de verwarming.

De resterende energievraag dekken we met moderne en efficiënte technieken. Waar het kan kiezen we voor vloerverwarming. Op andere plekken komen er ventiloconvectoren. Daarmee kunnen we op lage temperatuur verwarmen, zodat de warmtepomp beter rendeert.

Vergroenen en ontharden

Het stadhuis staat in een ‘versteende’ omgeving. Het is dus moeilijk om water ter plaatse in de bodem te laten dringen. Op het Boekhandelplein komt een grote boom en we vergroenen het Vrijthof.

30
‘De grootste uitdagingen zijn de dingen die je niet ziet’

DUURZAAMHEIDSSTUDIE

JOLIEN CAERELS

‘Kiezen op kennis, niet op gevoel’

In veel bouwprojecten zijn duurzaamheidsingrepen gebaseerd op gevoel en intuïtie. De stad wou objectieve keuzes maken en stelde daarom SuReal aan om de duurzaamheid van het project in alle fases op te volgen. Het bedrijf geeft advies over geïntegreerde duurzaamheid en circulair bouwen.

‘We hebben gewerkt met een op maat gemaakte duurzaamheidsmeter. Dat is een instrument om de duurzaamheid van een project te meten en verschillende ingrepen tegenover elkaar af te wegen. Daarbij houdt het rekening met de verwachtingen die de stad per ruimte stelde rond gebruik, bezettingsgraad en gewenst comfort.’

‘Duurzaam bouwen is meer dan het gebruik van gerecycleerde materialen en een laag energieverbruik. Wij nemen bijvoorbeeld ook bereikbaarheid, sociale kwaliteit, watergebruik en toekomstgerichtheid onder

Wat gebeurt wanneer?

In het najaar van 2024 sluit het stadhuis de deuren. Vanaf dan bereiden we het gebouw voor op de werken en vinden er geen huwelijken, ontvangsten en vergaderingen meer plaats. Visit Leuven krijgt tijdelijk een andere plek, en de politie verhuist definitief naar een nieuwe locatie.

de loep. Ook het comfort van de gebruikers krijgt veel aandacht. We streven naar aangename temperaturen, een goede akoestiek en voldoende ventilatie en daglicht. Da’s zowel voor bezoekers als medewerkers belangrijk. We pleiten ook voor een ontwerp dat mensen aanmoedigt om de trap te nemen in plaats van de lift.’

‘Bij de keuze van bouwmaterialen brengen we de volledige levenscyclus in kaart. Dat start bij het productieproces: hoe vervuilend is dat, en hoeveel CO2 wordt erbij uitgestoten? En het eindigt met de vraag of de materialen aan het einde van hun levensduur herbruikbaar of composteerbaar zijn.’

‘De stad kan niet al onze aanbevelingen uitvoeren. Ze moet immers ook rekening houden met zaken als kostprijs, de functie van het gebouw, de erfgoedwaarde ... In een eeuwenoud monument kan je niet zomaar nieuwe ramen steken, buitenmuren isoleren of zonnepanelen plaatsen. Maar dankzij onze studie kan de stad de verschillende opties objectief vergelijken. En dat is belangrijk, want bewust beslissen om iets niet te doen is wat anders dan er helemaal niet over nadenken.’

‘De impact van onze studie reikt ook verder dan het stadhuis. De stad kan onze aanbevelingen ook in toekomstige projecten volgen. Bijvoorbeeld door een materialenstudie te laten maken, of door herbruikbare elementen naar de materialenbank te brengen.’

Begin 2025 starten de werken. Tijdens een deel van de werfperiode zal het hele stadhuis in stellingen staan om de daken te isoleren en om de gevels te reinigen.

Eind 2029 zal het stadhuis opnieuw de deuren openen.

31

INFOMARKT

Ontdek de nieuwe plannen voor het stadhuis.

SALONS

Bezoek de prachtig gerestaureerde salons.

HISTORISCHE ZALEN

Wandel vrij rond door heel het stadhuis en ontdek zijn rijke geschiedenis.

Bezoek het stadhuis!

ZATERDAG 13 MEI van 14 tot 20 uur

ZONDAG 14 MEI van 11 tot 18 uur

RONDLEIDINGEN EN LEZINGEN

Voor de rondleidingen en lezingen moet je op voorhand inschrijven via de website.

FAMILIEDAG

Op zondag 14 mei is er een speciaal aanbod voor families, met vertellingen en fijne verrassingen.

Ontdek het volledige programma: www.leuven.be/stadhuis

BELEEF HET STADHUIS

Muziek, vertellingen, pop-upcafé.

PODCAST

Luister naar het verhaal van de architecten en ontdek de doordachte ontwerpkeuzes: www.leuven.be/podcast-stadhuis

HOLOGRAM

Bewonder een 3D-projectie van de bouwgeschiedenis van het stadhuis.

32
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.